Variabele ringkerntransformatoren
Algemeen
Variabele transformatoren worden gebruikt waar AC-spanningen en -stromen tussen 0 en 100% van de nominale waarde vereist zijn.
Onze variabele ringkerntransformatoren worden vervaardigd in overeenstemming met EN 61558-2-14:
Speciale vereisten en tests voor variabele transformatoren en voedingseenheden die variabele transformatoren bevatten.
Installatie en koeling
Bij installatie in behuizingen moet ervoor worden gezorgd dat de zelfventilatie niet wordt belemmerd. Zelfs in nominaal bedrijf kan te veel warmte anders de transformator vernielen.
Als de omgevingstemperatuur hoger is dan 40°C, moet de nominale stroom met 20% worden verlaagd voor elke 10°K stijging van de temperatuur.
Vooral bij gebruik als ingebouwde transformator moeten alle relevante veiligheidsvoorschriften (VDE, EN, IEC, apparatuurbeveiliging, enz.) in acht worden genomen. Dit maakt deel uit van onze garantievoorwaarden en moet in geval van schade door de gebruiker worden aangetoond.
Aansluiting en overbelastingsbeveiliging
Bij driefasige variabele transformatoren in sterschakeling wordt het sterpunt geĂŻsoleerd naar buiten geleid. Dit mag niet gebruikt worden om een kunstmatig sterpunt te vormen. Overbelastingsbeveiligingen aan de ingangszijde kunnen een variabele transformator niet afdoende beveiligen vanwege de variabele transformatieverhouding. Bovendien moet bij het gebruik ervan ook rekening worden gehouden met de inschakelstroom van de transformator. Deze kan in het begin 20 – 30 keer de nominale stroom zijn en neemt na een paar milliseconden af.
Variabele transformatoren kunnen alleen afdoende worden beschermd door een overbelastingsbeveiliging die in het uitgangscircuit is aangebracht en is afgestemd op de nominale stroom van de transformator. De uitschakelkarakteristiek van het beveiligingsapparaat moet ook in acht worden genomen.
Circuits
Het besparingscircuit blijkt het standaardcircuit te zijn, d.w.z. er is een geleidende verbinding tussen het ingangs- en uitgangscircuit. Beveiligingsmaatregelen aan de netzijde, bijv. aardgeleidersysteem, nulstelling of aardlekschakeling, worden niet beĂŻnvloed. Bevestigingsframes, chassis of behuizingen voor apparatuur kunnen rechtstreeks in het bestaande beveiligingssysteem worden geĂŻntegreerd.
Voor netspanning zonder nulleider zijn speciale uitvoeringen op aanvraag verkrijgbaar. Er zijn ook variabele transformatoren met galvanische scheiding verkrijgbaar.
Onderhoud
Afhankelijk van de belasting moet het onderhoud met regelmatige tussenpozen worden uitgevoerd, maar uiterlijk na elke
12 maanden worden als volgt uitgevoerd:
- Visuele inspectie van alle mechanische en elektrische onderdelen
- Controleren of de aansluitingen goed vastzitten
- Verwijder stofafzetting van de wikkeling met een borstel of perslucht.
- Reinig de contactbaan indien nodig eerst met een polijstschuurvlies en daarna met een zachte, pluisvrije doek,
- met isopropanol doordrenkte doek. Gebruik geen mechanische schuurmiddelen!
- Controleer de koolrollen en lagers op bewegingsgemak en druk. Let op: De lagers van de koolstofrollen mogen niet gesmeerd worden!
Waarschuwing.
Het aanraken van spanningvoerende onderdelen is levensgevaarlijk! Voordat u met onderhoudswerkzaamheden begint, moet u absoluut ontgrendelen!